Partneralimentatie vanaf 1 januari 2020. De fiscale gevolgen.
Welke fiscale veranderingen zijn er per 1 januari 2020 inzake de partneralimentatie?
Er zijn een tweetal belangrijke veranderingen rondom de partneralimentatie die per 1 januari 2020 ingaan:
- De duur van de partneralimentatie wordt aangepast (art. 1:157 BW) (lees hier verder)
- Door aanpassing van de fiscale wetgeving is partneralimentatie straks niet meer volledig fiscaal aftrekbaar voor de betalende partij maar de ontvangende partij betaalt wel over het hele bedrag belasting.
In deze blog leggen wij uit wat de gevolgen zijn van fiscale aftrekbaarheid van de partneralimentatie per 1 januari 2020. Wat betekent dit voor jullie situatie.
Aanpassing van de tarieven
Per 1 januari 2020 betalen we nog in twee schijven belasting. Dit was eerder in vier schijven. We betalen dan bij een inkomen tot 68.507 euro een tarief van 37,35% (vanaf 2021 wordt dit 37,10%) en heb je meer inkomen dan betaal je over het meerdere aan inkomen een tarief van 49,5%. Voor AOW gerechtigden gelden lagere tarieven.
WE GAAN MINDER BELASTING BETALEN
Versobering van de aftrekposten
Hoewel we minder belasting gaan betalen gaan ook de aftrektarieven van alle aftrekposten naar beneden. Dit betekent ook dat de partneralimentatie niet meer tegen het hoogste tarief aftrekbaar is.
Er is wel een overgangsregeling. Dat betekent dat als je meer dan 68.507 euro verdient je het meerdere niet mag aftrekken tegen het hoge tarief van 49,5% maar voor 2020 tegen 46%; in 2021 nog tegen 43%; in 2022 tegen 40% en vanaf 2023 tegen het dan geldende lage tarief van 37,10%.
Gevolgen voor de alimentatie betalende partij
Als je partneralimentatie betaalt dan mag je het bedrag aan betaalde partneralimentatie in mindering brengen op je inkomen.
In 2019 betekent dit dat als je meer dan 68.507 verdient (stel 85.000 euro) en je betaalt 10.000 euro aan partneralimentatie dan betaal je nog over 75.000 euro belasting. In 2019 betaal je een tarief van 51,75% belasting over het meerdere van 68.507 euro. Dus krijg je van die 10.000 euro er 5175 euro van “terug” van de belastingdienst.
In 2020 betekent dit dat je over dit bedrag van 10.000 euro nog 49,5% “terug” krijgt dus 4950 euro MAAR dit wordt nog een keer gekort naar 46% dus volgt een correctie naar 4600 euro.
In 2021 is er een aftrekbaar tarief naar 43% en volgt er een correctie naar 4300 euro.
In 2022 is het tarief verlaagd naar 40% en krijg je een aanpassing naar 4000 euro om uiteindelijk in 2023 tot een correctie te komen van 3710 euro bij een verlaagd tarief van 37,10%.
Wat betekent dit voor alimentatie ontvangende partij?
De alimentatie ontvangende partij moet de ontvangen partneralimentatie bij zijn/haar inkomen bij tellen. Zolang het eigen inkomen samen met de partneralimentatie minder is dan 68.507 euro dan betaal je in de lage schijf belasting dus voor 2020 is dat 37,35% en voor 2021 is dat 37,10%. Daarnaast krijg je een aparte aanslag voor de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet van 5,7% zodat de uiteindelijke belastingdruk resp. 43,05% voor 2020 is en 42,8% is vanaf 2021.
Komt je inkomen met het bedrag aan alimentatie boven de 68.507 euro uit dan betaal je over het meerdere 49,5% vermeerderd met 5,7% inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet dus 55,2% in totaal.
Is de wijziging reden voor een herziening van de alimentatie?
Fiscale wijzigingen kunnen aanleiding zijn voor een wijzigingsverzoek. Het toekennen ervan zal plaats vinden op basis van de feiten en omstandigheden. Er is ondertussen wel bekent geworden vanuit een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 4 juli 2019 dat deze fiscale wijziging niet per definitie leidt tot een herziening van de partneralimentatie. Als je namelijk doorrekent wat de effecten zijn voor de betalende partij en de ontvangende partij dan wordt gesteld dat deze niet zodanig zijn dat dit leidt tot een herziening van de partneralimentatie.